Ik weet nog goed dat ik een jaar of 12 was en dat ik mijn zaterdagen sleet met eindeloos The Sims spelen. Tot grote ergernis van mijn ouders, die niet begrepen dat ik ‘met zulk mooi weer dat domme spelletje zat te spelen’. Ik vond mijn ouders destijds maar stom. Hoezo een dom spelletje? Wisten ze dan niet wat ik allemaal daarvan leerde?
Als psycholoog heb ik geregeld ouders bij me die me vragen: Hoe moet ik omgaan met het gamegedrag van mijn kind? Een vraag die meestal gevolgd wordt door een langdurend pleidooi over waarom ze zo graag de Playstation willen wegknikkeren. Ik kan in ieder geval zeggen dat dat niet de oplossing is. Maar hoe moet je er als ouder dan mee omgaan? Hierbij vijf tips:
1. Regels, regels, regels…
Het is uiteraard belangrijk om regels op te stellen en deze met je kind te bespreken. Spreek af wat een acceptabel moment is om te gamen (bijvoorbeeld: nadat het huiswerk af is). Spreek daarnaast ook af wat een acceptabele duur is (bijvoorbeeld: 2 uur gamen). En uiteraard geldt bij dergelijke regels ook (het aller-moeilijkste): consequent zijn.
2. Accepteren dat regels opstellen en consequent hanteren niet leuk hoeft te zijn
Veel ouders willen graag dat het kind uit zichzelf stopt met gamen en vinden het vervelend dat het opstellen van regels altijd met strijd gepaard gaat. Maar hierbij de newsflash: kinderen vinden regels eenmaal niet leuk. Het is toch veel leuker om lekker te doen wat je wil? Accepteer dus dat het stellen van regels en het naleven hiervan nu eenmaal strijd gaat opleveren.
3. Toon interesse in je kind
Werkt het om alleen met de scepter te zwaaien en hardhandig regels door te duwen? Nee, waarschijnlijk niet. Heb dus daarnaast ook begrip voor je kind. Tuurlijk vindt je kind het leuk om te gamen. Interesseer je er dus ook voor wat het gamen zo leuk maakt. Welk spelletje speelt je kind? Wat is er zo leuk aan? Nodig je kind ook uit om te laten zien hoe goed hij/zij is in het spelletje en wees daar dan ook trots op! Ook al zie jij niet in wat het spelletje zo leuk maakt, je kind zal waarschijnlijk wel trots zijn op de dingen die hij presteert binnen het spel.
4. Bedenken waar het gamen vandaan komt
In veel gevallen gaat de aanwezigheid van een bepaalde ontwikkelingsstoornis / psychische problematiek, gepaard met een toename in gamen. Vooral bij kinderen met autisme komt overmatig gamen veel voor. Bij dergelijke problematiek heeft het gamen ook een functie, namelijk de verbinding opzoeken met anderen. We hebben allemaal de innerlijke behoefte tot contact met een medemens. Voor kinderen met autisme is het opzoeken van die contacten in de ‘echte’ wereld een stuk moeilijker. Maar ook bij kinderen zonder psychische problematiek geldt dat je kind op zoek is naar de verbinding met anderen. Andere kinderen in de klas spelen het spel waarschijnlijk ook. En in dergelijke gevallen is het mogelijk dat je kind het spel gebruikt om aansluiting te vinden bij anderen. Heb dus ook begrip voor je kind.
5. Quality-time met het gezin
Als we niet willen dat onze kinderen alleen maar met de snuitjes voor de buis zitten, moeten we zelf ook het goede voorbeeld geven. Spreek dus met jullie gezin af dat je minstens 1x per week een ouderwetse spelletjesavond doet (of iets anders wat jullie leuk vinden). Pak die oude doos Monopoly erbij en laat ook vooral zien hoe leuk het is om met zijn allen een spelletje te spelen aan de keukentafel!